Tijdschrift voor Begeleidingskunde

KENNIS EN KUNDE 32 TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE Het streven naar meer en beter heeft westerse landen na de Tweede Wereldoorlog een ongekende welvaart gebracht. Pas de laatste jaren dringt steeds sterker in ons bewustzijn door hoezeer dit ook leidt tot levensbedreigende vervuiling, vernietiging van ecosystemen en klimaatverandering. We leven in een systeem dat over de grenzen van de aarde gaat. Het onderliggende (economische) groeiparadigma is ondertussen op allerlei manieren een vanzelfsprekend onderdeel geworden van ons denken en doen. Een sprekend voorbeeld is het personeelsbeleid van organisaties. Mensen heten ‘human resources’, menselijke grondstoffen, waarvan het potentieel optimaal benut moet worden. Omdat bedrijven hun organisatiestructuren en werkwijzen continu veranderen, moeten werknemers een leven lang blijven leren. Coachen is dan ook een gangbare taak voor leidinggevenden. Zij moeten medewerkers stimuleren om het beste uit zichzelf te halen en mee te gaan met die veranderingen. De definities van coaching sluiten naadloos op dit groeiparadigma aan. Zo benadrukken NOBCO en LVSC doel- en prestatiegerichtheid, effectief gedrag en het ontwikkelen van de eigen mogelijkheden. Deze focus maakt van coaching een instrument binnen bestaande organisatie- en maatschappelijke kaders. Een logisch gevolg hiervan is dat coaching gericht is op het invoegen, aanpassen en meehelpen van werknemers om organisatiedoelen te realiseren. Minder aandacht is er voor reflectie op de context en hoe de coachee zich daartoe wil verhouden. Laat staan voor het leren bieden van een krachtig tegengeluid. Coaching staat ten dienste van het behoud van de gevestigde orde. In die eenzijdigheid schuilt een gevaar voor de individuele begeleider. In haar artikel ‘Opmerkzaam op roofbouw’ laat Mieke Voogd zien dat begeleiders die werken vanuit de formele definities van coaching, bijdragen aan de inherente roofbouw van organisaties, die leidt tot uitputting van bronnen en biodiversiteit (Voogd, 2023). Dit ingebouwde roofheid en een gevoel je sterk te moeten maken ‘tegen de wereld’ leiden er dan logischerwijs toe dat je je afschermt van de buitenwereld en je terugtrekt in je eigen leefomgeving. Zo versterken de problemen van deze tijd de neiging om ieder voor zich onze eigen boontjes te doppen. Albert Einstein zei ooit dat je een probleem niet kunt oplossen op hetzelfde niveau waarop het is veroorzaakt. Het probleem van onze tijd is dat we onszelf zien als afgescheiden van anderen en van onze leefomgeving. Volgens Einstein is het een weg vooruit om de cirkels waarin je leeft te verruimen en daarmee een fundament voor innerlijke zekerheid op te bouwen. HET PROBLEEM VAN PRESTATIEGERICHT BEGELEIDEN Een vriendin vertelde over het jaargesprek dat zij binnenkort met haar leidinggevende zou hebben. ‘Ik zie nu al op tegen de terugkerende vraag naar hoe ik mezelf verder wil ontwikkelen,’ verzuchtte ze. ‘Ik werk met veel plezier, maar weet op dit moment echt niet wat ik wil leren. Laat staan welke opleiding ik wil doen. Ik heb het idee dat ik mezelf in de vingers snij als ik dat zeg.’ Het wringt wanneer begeleiders klakkeloos meegaan in de wens van organisaties

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=