18 TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE miljoenen jaren als fossiele brandstof heeft bewaard is intussen opgegraven, en we razen met deze demonische krachten over de planeet. De kolossale impact van mensen op de natuur wordt duidelijk als je kijkt naar de film Koyaanisqatsi: Life out of Balance van Godfrey Reggio (1982). Koyaanisqatsi is een woord van de Hopi-indianen voor ‘leven in gekte, onrust, onbalans en desintegratie, een manier van leven die vraagt om een andere manier van leven’. Er is in de film geen enkel gesproken woord te horen, laat staan een dialoog. We zien afgravingen van berglandschappen, voortrazend verkeer op snelwegen, bossen van rookspuwende fabrieksschoorstenen, bouw en afbraak van woonwijken, koortsachtige beurshandel en veel andere, door hun massaliteit en snelheid beklemmende beelden, begeleid door muziek van Philip Glass. Allemaal taferelen die zich op zo’n grote schaal afspelen dat een menselijke dialoog, als hij er al was, ook niet te horen zou zijn. Gaandeweg raak je als kijker volledig overrompeld door de vaart en de schaal van wat je ziet. Je vraagt je af in hoeverre de energiewetten een wereld naar hun evenbeeld scheppen. Wordt daarmee alleen een technocratische samenleving ingericht, of ook een innerlijke wereld die op een benzinepomp lijkt, die ons zal dwingen om door te gaan met deze maner van leven? Zijn we compleet bevangen geraakt door de extractie van energie en het opvoeren van uitputtende productie? Wat eisen we van elkaar en van de wereld, om op deze schaal verder te gaan? Om ons leven een andere koers te geven hebben we niet méér calorieën of meer kilowatts nodig, maar juist iets van de aloude, steeds weer nieuwe geestkracht. de ziel, is leven ‘not parted from the soul through gone out of the soul, viz, into act’. Het licht van de zon levert vele malen meer energie dan door de aardbewoners ooit zou kunnen worden opgesoupeerd. Als we zonne-energie als model voor energie nemen in plaats van schaarse fossiele energie, dan verandert ook de wijze waarop we het energievraagstuk conceptualiseren. Koyaanisqatsi Mohamed Amer Meziane (2024) wijst in een recente studie op de oeroude angst van mensen om zich onder de grond te begeven en stoffen uit de aarde te onttrekken. Het is alsof men voelde en wist dat men daarmee de aarde ontheiligde en een wereld van onderaardse demonen betrad. Het ‘stoffelijk overschot’ dat de planeet LITERATUUR • Abell, A. (1994). Talks With Great Composers. Citadel Press. • Bergson, H. (1925). De scheppende evolutie. Wereldbibliotheek. • Blake, W. (2001). The Marriage of Heaven and Hell. Bijleveld. • Dongen, H. van. (2025). Denken in veelvoud. ISVW Uitgevers. • Heidegger, M. (1959). Gelassenheit. Neske. • James, W. (1917). Human Immortality. J.M. Dent. • James, W. (1922). On Vital Reserves. Henry Holt. • More, H. (1878). The Complete Poems. Chertsen Worthies Library. • Paley, M.D. (1970). Energy and the Imagination: A Study of the Development of Blake’s Thought. Clarendon Press. • Ruskin, J. (1906). The Queen of the Air: Being a Study of the Greek Myths of Cloud and Storm. George Allen. • Teilhard de Chardin, P. (1960). Het verschijnsel mens. Aula. • Zehou, L. (2010). The Chinese Aesthetic Tradition. University of Hawai’i Press. APPENDIX Literatuur omtrent 'subtiele lichamelijkheid’ Cox, S. (2022). The Subtle Body: A genealogy. Oxford University Press. Dongen, H. van en H. Gerding. (1993). Het voertuig van de ziel: het fijnstoffelijk lichaam, geschiedenis, ervaring, onderzoek. Ankh-Hermes. Irigaray, L. (2023). A New Culture of Energy: Beyond East and West. Columbia University Press. Johnston, J. (2014). Angels of Desire. Routledge. Samuel, G. en J. Johnson. (2013). Religion and the Subtle Body in Asia and the West: Between Mind and Body. Routledge. Hein van Dongen is filosoof, o.m. verbonden aan de Academie voor Geesteswetenschappen en de stichting Filosofie OostWest. Recente publicatie: Denken in veelvoud (2005). E-mail: vandongen1957@gmail.com
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=