Tijdschrift voor Begeleidingskunde

2025 - WWW.TSVB.NL 13 HOOFDARTIKEL sfeer waaruit het afkomstig was. Maar al deze niet-fysische concepten van energie bleven in gebruik nadat het woord energie werd opgenomen in de natuurkunde. Sindsdien lijken we in twee werelden te leven: een mechanische, chemische of elektrische wereld enerzijds, en anderzijds een vitale, persoonlijke, esthetische en religieuze leefwereld. DERDE BEDRIJF: DYNAMOGENETISCHE KRACHTEN Op 28 december 1906 houdt de voorzitter van de American Philosophical Association (APA), William James, een voordracht getiteld The Energies of Men. Hij bekritiseert hierin de filosofie en de psychologie omdat ze geen interesse hebben in de concepten van ‘common, practical men’, zoals morele en mentale energie. James spreekt over allerlei middelen waarmee gewone mensen onder moeilijke omstandigheden hun geestkracht kunnen versterken. Dit vindt niet alleen plaats onder uit- zonderlijke omstandigheden, onder invloed van emoties of gerichte wilskracht. In de alledaagse wereld bemerken we deze dissipatie voortdurend. Een lamp verspreidt licht, maar verliest een deel van zijn nuttige energie als warmte aan zijn omgeving. Aangezien dit bij ieder omzettingsproces het geval is, trok Thomson de conclusie dat op de lange duur alle energie gedissipeerde warmte wordt. Na miljoenen jaren zal daardoor niet alleen aan alle leven, maar ook aan alle beweging in het heelal een einde komen. Direct na de formulering van deze tweede wet staken fatalistische interpretaties de kop op: alles wat er in ons heelal is ontstaan, alle leven, alle cultuur, is gedoemd met de ‘warmtedood’ te verdwijnen. Het is merkwaardig dat beide genoemde bevindingen van de thermodynamica hardnekkig ‘wetten’ worden genoemd en geen ‘hypothesen’. De zogenaamde wetten geven de energiefysica een autoriteit, waartegen weinig protest heeft geklonken. Alsof de wetenschap groen licht heeft gekregen om wetten uit te vaardigen en een wereld in te richten die op die wetten steunt. De fysici hadden waarschijnlijk niet voorzien dat niet de dissipatie, maar alle bijverschijnselen van de massale fossiele energiewinning het leven op aarde veel sneller zouden gaan bedreigen dan de entropie. De tweede zogeheten wet van de thermodynamica confronteert ons met de vraag hoe tegenover de afname van bruikbare energie een toename van ordening kan optreden gedurende de groei en de ontwikkeling van levende wezens. Het lijkt erop dat levende wezens in hun activiteit ‘tegen de stroom inroeien’ en niet van orde naar wanorde gaan, maar zichzelf organiseren. ‘Alles gaat in zijn werk alsof het leven zijn best doet zich van die wetten te bevrijden’, schreef Bergson (Bergson 1925, 334). Hoe dan ook, het natuurkundige discours over energie heeft nog maar weinig te maken met de religieuze, vitale, psychologische en esthetische

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=