Tijdschrift voor Begeleidingskunde

12 TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE HOOFDARTIKEL krachten’), elektriciteit (‘barnsteenkrachten’), warmte en mechanische beweging in elkaar om te zetten. Hiermee ontstond ook de behoefte aan één woord voor al die fenomenen die de onderzoekers daarvoor nog als verschillende natuurverschijnselen zagen. Er was dus een vacature voor een concept, en die werd door het woord energie vervuld. Thermodynamica Vanaf 1850 stellen fysici de wetenschap van de energie zelfs gelijk met de fysica in het algemeen. ‘Natural philosophy is simply the science of energy’, stelt de Encyclopedia Brittanica in 1875. In deze tijd ontstaat een nieuwe discipline: de thermodynamica, ofwel de leer van de relatie tussen warmte en beweging. De bekendste pionier van deze discipline is William Thomson (Lord Kelvin, 1824-1907). Centraal in de thermodynamica staan twee ‘hoofdwetten’. De eerste wet, de ‘wet van behoud van energie’, spreekt uit dat bij elke overgang van de ene energievorm naar de andere geen energie verloren gaat. Wie natuurkunde- onderwijs heeft genoten op de middelbare school heeft hier waarschijnlijk een en ander over gehoord. De tweede wet gaat over de richting waarin energieprocessen zich bewegen. Ze houdt in dat bij elke overgang van energie slechts een deel wordt benut. De niet-geringe rest kan volgens de eerste hoofdwet niet verdwijnen, maar ze wordt verstrooid (oftewel: ze dissipeert) in de vorm van warmte. Het artikel van Thomson uit 1852 dat deze wetmatigheid voor het eerst beschrijft, heeft als titel ‘On a universal tendency in nature to the dissipation of mechanical energy’. Deze dissipatie wordt door de Pruisische fysicus Rudolf Clausius (1822-1888) ‘entropie’ genoemd, wat letterlijk ‘in omkering’ betekent. is het enige leven en is van het Lichaam’ en ‘Rede is de gebonden of buitenste cirkelomtrek van Energie’. En: ‘Energie is eeuwig genot’ (zie figuur 1). TWEEDE BEDRIJF: THERMODYNAMICA Het concept energie wordt tot en met de achttiende eeuw gebruikt in een vitale, religieuze en esthetische context, die nadrukkelijk menselijk en niet fysisch is. De term komt nog niet voor als equivalent van (het destijds al wel bestaande) natuurkundige begrip ‘kracht’. Dit verandert in het begin van de negentiende eeuw, bij Thomas Young (1773-1829), de fysicus en filoloog die ook de Steen van Rosetta ontcijferde. In zijn Lectures on Natural Philosophy (1807) gebruikt hij de term energie voor de resultante van berekeningen van de snelheid en de massa van een object. De natuurkunde zat rond 1800 inderdaad op een nieuw woord te wachten. Bij verschillende onderzoekers ontstond het idee dat alle fysische krachten tot hetzelfde beginsel herleid konden worden. Zij vonden experimentele en theoretische wegen om magnetisme (‘zeilsteenHet natuurkundige discours heeft weinig te maken met de vitale, psychologische sfeer

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=