Tijdschrift voor Begeleidingskunde

De zeventiende-eeuwse Cambridge Platonisten, een invloedrijke groep filosofen, gebruikten het concept veelvuldig. Henry More (16141687) omschrijft energie als ‘Operation, Efflux, Activity’. Hij verbindt het begrip met de neoplatoonse emanatieleer: ‘The production of the World being by way of energy, or emanation, hath drawn strange expression from some of the Ancients.’ Maar: ‘it is not at all strange that all things are the mere energie of God’. Als hij Plotinus’ emanatieleer uiteenzet schrijft hij: ‘I cannot better explain this Platonick term Energie, then by calling it the rayes of an essence, or the beams of a vitall Centre.’ Tijdens de Romantiek duidt het woord energie veelal op de geestkracht van de mens en niet meer op die van God. Het is de geestdrift die soms ontbreekt en soms al te overvloedig aanwezig is. Ook in het Nederlands: het schrijversduo Bettje Wolff en Aagje Deken (1796) spreekt bijvoorbeeld van ‘Een lummel van een doet-oor […] die, bij gebrek van energi altoos aan den leiband loopt, en niets heeft opteofferen dan een […] laf hart’. In het beroemde autobiografische gedicht The Prelude verbindt William Wordsworth (17701850) energie met de dichterlijke scheppingskracht: A vital breeze which travell’d gently on O’er things which it had made, and is become A tempest, a redundant energy Vexing its own creation. ‘Tis a power That does not come unrecognized, a storm Which, breaking up a long-continued frost Brings with it vernal promises (…) The holy life of music and of verse.... vormen van energie en het idee dat de fysica zich los kan maken van de eigenschappen van geestkracht, een van de achterliggende factoren is van de hedendaagse ecologische crisis. Ik volg het begrip vooral in het Engels, omdat zich juist in deze taal de omwenteling naar een ander gebruik van het concept energie heeft voltrokken. EERSTE BEDRIJF: GEESTKRACHT Bij Aristoteles vormt het begrip energeia het tegendeel van dynamis. Deze begrippen kunnen we vertalen als respectievelijk ‘het zijnde in act’ en ‘het zijnde in aanleg’. Energeia verwijst naar concrete inwerkingen van het een op het ander, dynamis naar mogelijkheden die zich in de toekomst kunnen verwezenlijken. Vanwege de grote belangstelling voor het Oudgrieks raakt het begrip in de Renaissance in gebruik in diverse Europese talen. De oudste vindplaats in het Engels is bij John Skelton (ca. 1460-1529), in het gedicht A Replycacion (1528): How there is a spirituall And a mysteriall And a mysticall Effecte Energiall As Grekes do it call Of suche an industry And suche a pregnacy Of heavenly inspyracion In laureate creacyon. . . HOOFDARTIKEL Geestkracht wordt ook toegeschreven aan de natuur en gebeurtenissen 10 TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=