HOOFDARTIKEL 6 TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE Daarna veranderen ook de gedachten. Je wordt bijvoorbeeld somber, negatief of donker over jezelf en anderen. Of de gedachten worden aanvallend, dominant of oordelend over jezelf, de situatie en anderen. Je maakt jezelf daardoor ineens van binnen ‘kleiner’ of ‘groter’ dan je bent. Het probleem met zulke gedachten is dat je niet weet of ze kloppen. Ze zijn vervuld van aannames die je vaak, zonder ze te toetsen, voor waar aanneemt. Maar je hoeft niet alles te geloven wat je denkt. De gedachten versterken namelijk de emotie en de emotie versterkt weer de gedachten. Op basis van het gevoel en de gedachten gaan we gedrag vertonen. Je kunt niet anders dan handelen. De druk, drang of drive -of hoe je het ook wilt noemen daar binnen in je – is zo sterk, dat de handeling juist en onvermijdelijk lijkt. Maar wat daar binnen zo enorm loopt te triggerd worden). Soms herinner je je nog wat dat oude is en welke geschiedenis daarbij hoort, soms ook niet. Maar ook als je het niet meer weet, voel je de oude pijn bovenkomen. Op het moment van de gebeurtenis – het moment van getriggerd worden – verandert het gevoel in het lichaam. Ten eerste is er een fysieke sensatie, zoals een knoop in de onderbuik, een steen op de maag, druk op de borst of een brok in de keel. Ten tweede komt er, onmiddellijk na de fysieke sensatie, een emotie. Die emotie is dus ook oud. Met die oude emotie geef je betekenis aan het heden. Je bent bang voor iets, je bent er boos over, maar dat zegt niets over die gebeurtenis. Het zegt alleen iets over de levenservaringen en de oude pijnen en emoties van degene die ze ervaart.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=