Tijdschrift voor Begeleidingskunde

2024 - WWW.TSVB.NL 53 PRAKTIJK EN PROFESSIONAL trekken. De bijval die ze voor haar feedback krijgt, lijkt mij een volgende aanwijzing voor het feit dat er voor mensen lading zat in de stilte. Dit wordt versterkt doordat een aantal leden van deze groep aanvullen dat er daardoor ook andere onderwerpen op tafel kwamen. Ook dit wijst erop dat er voor hen een lading in de stilte zat. Een behandelaar vertelt later dat de stiltes haar kwaad maakten. Ze zegt: ‘Dat is overdracht: het is hun boosheid. Ze zijn boos dat ze niet meer de zorg in hun kleine kringetje kunnen vormgeven, maar moeten afstemmen met ons [de behandelaars]’. De andere behandelaar knikt instemmend. Ik ben dus niet de enige die een boze stilte heeft ervaren. De stilte duurt lang. Ik vind dit moment echt wel spannend en een deel van mij vindt het zelfs beangstigend, getuige de knoop in mijn buik. Door de confrontatie op te zoeken, ben ik nu de ontvanger van stille boosheid geworden. Ik spreek mezelf moed in: ‘Dit ken je, dit is de spanning die erbij hoort als we bij een ongemakkelijk punt komen.’ Misschien kan ik, als het een bozige stilte is, de boosheid uitlokken door olie op het vuur te gooien, roept de rebel in mij. Zo gedacht, zo gedaan en ik zeg: ‘Als geldt: wie zwijgt stemt toe, dan zijn jullie het blijkbaar helemaal met mij eens?’ Dat lokt een flinke hoeveelheid tegengeluid op. Er komt terug: ‘Het is niet nodig om de zorgplannen te kennen. Maar je moet de zorgdoelen wel kennen.’ Daarop volgt een discussie over de interventies die in de zorgplannen staan. Een argumentatie waar een aantal teamleden en behandelaars bij elkaar komen, is: je moet begrijpen waarom welke interventie van belang is, dus is het nodig om meer van het zorgplan te kennen dan alleen het zorgdoel. De groep merkt dat ze verschillend kijken naar de zorgplannen, het zorgbeleid. Dit brengt ze naar wat raakt aan de kern van het taaie vraagstuk (Vermaak, 2009): de wederzijdse afhankelijkheid van management, behandelaars en uitvoerenden vormgeven rondom plannen en lokaal beleid. In de evaluatieronde aan het einde van het derde uur stelt een medewerker dat de stiltes ongemakkelijk waren en dat ze voelde dat ik aan hen zat te

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=