Tijdschrift voor Begeleidingskunde

MENS EN MISSIE 48 TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE 13 (4) 48-49 omslag nauwelijks kon bevatten. Met een pijnlijk achterstallige administratie tot gevolg. ‘Wat zit je zorgelijk te kijken?’, riep de meditatietrainer mij toe. ‘Ik heb zo’n schrale keel, alsof ik gisteren twee keer de Matthäus-Passion heb gezongen!’ ‘Je oogt zonder meer gezond. In plaats van te fantaseren over wat je mankeert, stel ik voor dat je het registreert als die sensatie zich voordoet. Mogelijk wordt de samenhang dan duidelijk.’ Het antwoord kwam binnen veertien dagen. Ik had op suggestie van mijn leidinggevende mijn vrije sportochtend laten vervallen, om mij die hele dag ‘in te graven’ en ‘meters’ te maken met mijn administratie. Zodra ik het secretariaat binnenstapte, werd ik enthousiast aangesproken door een jeugdige collega: of ik haar spreekuur en crisisdienst wilde doen die dag. Op aanbeveling van onze leidinggevende legde ze die vraag bij mij neer. Het schoot mij te binnen dat ik zo’n situatie al eens eerder had meegemaakt en ik vervolgens van onze leidinggevende op mijn brood had gekregen dat de Een rauwe keel halverwege een intensieve meditatieweek in 2009 lijkt een detail, maar bracht onvoorzien een hele lawine op gang. Collega’s hadden mij gevraagd om voor de psychiatrische deeltijdbehandeling een mindfulnesstraining op te zetten. Om mezelf nader te oriënteren, had ik mij vervolgens ingeschreven voor de genoemde bezinningsweek. Als geboren groepswerker, jongste van een kinderrijk gezin, vond ik het nooit een punt om – naast de huisartsenconsultatie en het reguliere crisiswerk binnen de ggz – wekelijks enkele groepen te ‘draaien’. Gewoontegetrouw was ik steeds bereid om, los van mijn individuele voorkeuren, de handen uit de mouwen te steken voor het grote geheel. Die bereidwilligheid was voor mij nooit een probleem geweest, zolang er maar sprake was van wederkerigheid. Maar sinds de millenniumwisseling, de zoveelste reorganisatie en de commercialisering van de zorg bleken ook collega’s steeds berekenender geworden. Het was voor mij echter zo vanzelfsprekend om gezamenlijk de schouders eronder te zetten, dat ik die Frans VAN DER LEM Luisteren naar de signalen van je lijf

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=