36 TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE tergronden hebben, zoals dat er mantelzorg nodig is of dat broertjes en zusjes naar school moeten. Maar er zijn ook wel kinderen die thuisblijven, omdat de ouders zoveel mogelijk weg willen nemen voor hun kind, met allerlei argumenten: de context voldoet niet, ze halen er daar niet alles uit wat erin zit, het kind heeft een heel bijzonder brein. Of dat er de overtuiging is dat het thuis beter passend te maken is voor het kind. Maar hoe je het ook wendt of keert, als we nadenken over groepen, zijn we als mens geneigd te ordenen in die groepen. En dat betekent dat er altijd uitersten zullen zijn die niet in reguliere groepen zitten. Maar dat is geen reden om thuis te blijven. We zullen scholen zo in moeten richten, dat dat een werkelijkheid is die gewoon bestaat. En dan blijft voor ons het vraagstuk: hoe zorgen we dat ook de uitersten van onze “normaalverdeling” zich nog onderdeel voelen van iets groters, wat we dan de schoolcontext noemen?’ Dus we moeten af van de labeltjes? ‘In de onderwijscontext werken labels niet. Het doet geen recht aan het menszijn. Je hebt een label of je hebt het niet, bij psychologisering. Maar in het onderwijs weet iedereen dat het kind het bij de ene leraar wel goed doet en bij de andere niet. Of dat maandagochtend geen probleem is, maar vrijdagmiddag vaak op een drama uitloopt. In de pauzes verwacht. Je krijgt elke dag opnieuw een leerkans, wat er ook gebeurt en hoe erg jouw thuissituatie ook is.’ Speelt het lerarentekort een rol bij die psycho- logisering? ‘We gaan nu toe naar een situatie waarin ieder kind een hulpverlener heeft, maar niet ieder kind een leraar. Dat lijkt me geen verstandige en houdbare situatie. Dus ik denk dat we ons grote zorgen moeten maken over het lerarentekort. Het hele jeugd- domein zit momenteel zo in elkaar dat de mensen die het meeste contact hebben met kinderen, het minste verdienen. Het gaat me niet om het geld, maar de waardering van het beroep: daar moeten we echt iets mee.’ Kun je iets vertellen over het sociale model van inclusie en over contextdeskundigheid? ‘Mijn punt is dat we inclusie vooral beschouwen vanuit het medische model en dan wordt inclusief onderwijs zoiets als tegemoetkomen aan alle individuele ondersteuningsbehoeften. Dat lijkt me niet haalbaar of verstandig. Dus ik kijk naar hoe we contexten kunnen bouwen waaraan kinderen mee kunnen doen. Daar kun je allerlei expertises bij nodig hebben, alleen is dan niet de vraag: “Help mij eens even dit kind te fixen”, maar: “Hoe kunnen we met jouw expertise onze context nog iets sterker maken?” En dat vraagt van die deskundigheid weer dat je de context kent en dat je weet hoe je jouw expertise moet inweven in die context.’ Je doet, zoals gezegd, ook onderzoek naar thuiszitters. Hoe kijk je naar hen? ‘Ik denk dat er best veel kinderen thuiszitten dankzij de zorg, of door het niet opstarten van zorg, terwijl het idee is dat zorg voorliggend is. Een ander element is dat deze kinderen thuisblijven, omdat dat fijn is voor de ouders. Dit kan heel verschillende achMENS EN MISSIE
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=