Wat was jouw drijfveer om met het thema inclusief onderwijs aan de slag te gaan? ‘Mijn interesse is de vraag hoe wij omgaan met kinderen van wie wij vinden dat ze niet aan onze normen voldoen. We hebben allerlei taal en handelingspraktijken ontwikkeld om het vooral maar aan kinderen te laten liggen. We grijpen algauw naar psychologische taal als we een kind niet meer begrijpen of gaan ineens psychologisch over kinderen spreken als het niet lukt en allerlei psychologische oplossingen vinden. Want, zo is de redenatie, als het met kinderen niet goed gaat, dan ligt dat aan hen. Of sterker nog, dan ligt het ín het kind. Twintig jaar geleden had een handjevol kinderen een vorm van jeugdhulp, nu is dat één op de zes en in het basisonderwijs is het op diverse plekken al één op de vier. En in plaats van dat we ons afvragen hoe dat kan en wat dat zegt over de samenleving, of wat dat zegt over onze vorm van onderwijs, kijken we naar hoe we nog beter kunnen signaleren, nog eerder en nog sneller. Ik denk dat dit niet heilzaam is. Mijn drijfveer zit dan op twee elementen. Ten eerste: ik maak me echt zorgen om de kinderen en jongeren in Nederland. We spiegelen ze continu voor dat ze zich goed moeten voelen en dat het goed moet gaan met hun welbevinden, en bevragen ze daar ook continu op. We geven de kinderen daarmee de schuld van ons falen. Een van de onderdelen van dat psychologische handelen is dat we voor kinderen alle problemen weg proberen te nemen. We leren ze dus ook niet meer om te gaan met de tegenslag van het leven of met weerstand. Ten tweede: als ik érgens hoop aan ontleen, dan is dat het onderwijs. Een plek waarin we kinderen echt nog verder kunnen brengen, waar we ze op een andere manier kennis kunnen laten maken met de wereld en een soort verlangen kunnen installeren om iets aan onze wereld te doen. Maar juist op het onderwijs bezuinigen we. Je kunt tegenwoordig maar beter kindercoach zijn dan leraar, want dan kun je de hele dag je eigen agenda bepalen en “kinderen redden”. Maar kinderen worden pas echt gered als we dat onderwijs weer goed vorm gaan geven.’ Je schrijft in je boek dat we in het onderwijs minder moeten psychologiseren en de aandacht weer meer moeten richten op de pedagogische didactische relatie. Wat bedoel je daar precies mee? ‘We doen nu een groot onderzoek naar kinderen die verwezen moeten worden naar speciaal onderwijs. Als je in die dossiers kijkt, dan zie je eigenlijk alleen MENS EN MISSIE Bert Wienen, psycholoog, onderwijskundige en bedrijfskundige, is gepromoveerd in de ontwikkelingspsychologie. Hij is onderzoeker, adviseur voor scholen, gemeente en jeughulp, en oprichter van het Instituut voor Inclusief Onderwijs. De redactie sprak met hem in het kader van zijn boek Van individueel naar inclusief onderwijs: pleidooi voor minder labelen en meer aandacht voor de kracht van onderwijs (2023), over de noodzaak van minder psychologisering en meer contextgericht benaderen in het onderwijs. Sietske JANS-KUPERUS en Jorren SCHERPENISSE 2024 - WWW.TSVB.NL 33
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=