MENS EN MISSIE ‘Ken uzelve.’ Wie kent die beroemde spreuk van het orakel van Delphi niet? Ik heb altijd gedacht dat het een persoonlijke opdracht was om goed te navelstaren: je ware zelf ontdekken, authentiek en waarachtig leven, in harmonie zijn met jezelf. Maar dat blijkt een te eigentijdse interpretatie. De oude Grieken waarschuwden met deze woorden juist voor een teveel aan zelfgenoegzaamheid en egogerichtheid. ‘Ken jezelf’ betekende voor hen, aldus filosofe Tinneke Beeckman: pas op voor trots, vooringenomenheid en onwetendheid. Realiseer je dat jij niet de maat der dingen bent en dat je anderen kunt schaden met jouw rafelranden. We zijn inmiddels drieëntwintig eeuwen verder. In de loop der tijd zijn we de binnenkant van de mens steeds interessanter gaan vinden en hebben we de kunst van het naar binnen kijken tot steeds grotere hoogte weten te brengen. Vertellen wie we zijn? Aan woorden geen gebrek. De ander duiden? Geen probleem. Maar zou de relatie tussen mij en de ander zich ook even mogen voorstellen? Die onzichtbare derde actor die het geheel meer maakt dan de som der delen? We kijken elkaar aan en zwijgen. Opeens weten we het niet meer. Hoe duiden we in vredesnaam de ruimte tussen jouw ‘zelfkant’ en de mijne? Met de woorden waarover wij beschikken, maken wij uitsneden die wij tot werkelijkheid verheffen. Maar die werkelijkheid is een lus waar we in verstrikt zijn geraakt: een lus met een te veel aan in-mensentaal en een tekort aan tussen-mensentaal. We zijn relationeel afatisch geworden. Hoe laten we onze woorden opzij kijken, opdat we het zicht niet verliezen op wat er zich tussen ons afspeelt? Ik ben al een tijdje naar dit soort tussentaal op zoek, naar woorden die alleen betekenis hebben als er ten minste twee mensen aan vastzitten. Zo vind ik bijvoorbeeld relationele verantwoordelijkheid, bedacht door Kenneth Gergen, een mooie term. Fijner dan al dat gepraat over psychologische veiligheid. En gebruik ik ook liever het woord resonantie (van Hartmund Rosa) dan het enkelvoudige woord daadkracht. Voor veel woorden is het best lastig om er relationele alternatieven voor te vinden. Wat kunnen we bijvoorbeeld met wendbaarheid, eigenaarschap, leiderschap en zelfreflectie? Nu zijn dit soort woorden meestal bedoeld voor een ander: ‘Wees wendbaar’, ‘Pak eigenaarschap’, of: ‘Toon zelfreflectie’. En daarmee worden het onvermijdelijk mededelingen over de onderlinge relatie: als ik dit van jou vraag, is het aan jou om daaraan te voldoen. Dit inzicht is de grote verdienste van Paul Watzlawick: wij kunnen geen inhoudelijke taal spreken die losstaat van de relationele spelregels. Mag een secretaresse tegen de directeur zeggen dat hij er lekker zomers uitziet? En mag het omgekeerde ook? Welke relationele spelregels houden ons bij elkaar en over welke struikelen we? De ruimte tussen ons is niet leeg, maar gevuld met spelregeltaal. En als we het de relatie zelf zouden kunnen vragen, zou die ons er van alles over kunnen vertellen. Want zij vindt zichzelf razend interessant. Op zoek naar tussentaal COLUMN Marijke SPANJERSBERG Dr. M. Spanjersberg, psycholoog, is zelfstandig organisatieadviseur te Voorschoten. E-mail: marijke.spanjersberg@icloud.com. MENS EN MISSIE TIJDSCHRIFT VOOR BEGELEIDINGSKUNDE 13 (4) 31 2024 - WWW.TSVB.NL 31
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=